Uit de oude doos

19 september 2023
Terug

Oud-collega Harrie van Rooijen is namens Het College op pad aan het gaan om verhalen te verzamelen over het oude College. In gesprek met mensen komen mooie herinneringen naar boven die we graag met jullie willen delen in de nieuwe rubriek 'Uit de oude doos'.

In deze derde editie een gesprek met Leon Hangx. Met hem kijken we terug op de jaren ’70 en de snelle veranderingen die het Bisschoppelijk College toen onderging. 


De mammoetwet

Per 1 augustus 1968 ging landelijk de mammoetwet in, een alomvattende verzameling van onderwijswetten die het leewendeel van de bestaande wetgeving van lager tot hoger onderwijs verving. De kern was dat het onderwijs zo ingericht werd dat alle leerlingen een algemene en aansluitend een beroepsopleiding zouden krijgen en dat leerlingen makkelijker konden overstappen als ze na de lagere school “niet goed zaten”. In de jaren ’70 kwam daar ook de doelstelling bij sociale ongelijkheid te verkleinen.

De uitvoering was vooral zichtbaar in het ontstaan van scholengemeenschappen, de omvorming van de (m)ulo tot mavo, van de h.b.s. tot havo (of toch vooral atheneum, gezien de discussie, die van meet af aan ontstond over het niveau van de havo.), de invoering van de brugklas en de vakkenpakketten op de bovenbouw. Dat laatste betekende dat in de praktijk, op de klassieken na, het gymnasium vanaf leerjaar 4 inhoudelijk samenviel met het atheneum.


Het Bisschoppelijk College werd een scholengemeenschap     

Het Bisschoppelijk College herbergde drie opleidingen, een gymnasium, een h.b.s. en een handelsschool. Daarnaast had het een internaat.

Rond 1970 veranderde het razendsnel. Er kwam een fusie met mavo Keent, uit de h.b.s. en de handelsschool ontstond een havo en de internen die er nog waren, werden bij particulieren ondergebracht. Midden jaren ’70 waren de laatste “oude” examens geweest, ook van de bezemklassen. Toen was het Bisschoppelijk College een moderne scholengemeenschap.

Maar wat betekende dat eigenlijk? Hoe werd er concreet vormgegeven aan al die vernieuwingen?

Ik vraag het aan Leon Hangx, VWO, eindexamenjaar 1982.

Voordat jullie generatie naar het Bisschoppelijk College kwam, was er in korte tijd veel veranderd. Hebben jullie daar iets van gemerkt?

"Nee, eigenlijk niet. Dat leefde niet zo. Het was een voldongen feit. Dat de situatie voorheen heel anders was, heb ik me pas veel later gerealiseerd.

Voor mij maakte de overstap van een kleine lagere school op Boshoven naar een scholengemeenschap wel indruk. De school had toen zeker 1200 à 1300 leerlingen.

Ik was best wel verlegen in die tijd. Pas vanaf jaar 4, toen ik bij een vaste vriendengroep hoorde, ging dat beter. Je weet nooit precies hoe zo’n groep ontstaat. Ik denk dat twee of drie leerlingen daarin, al dan niet bewust, het voortouw nemen. Met de kern van de groep heb ik nog steeds een goed contact. We spreken elkaar veelvuldig en ik kom met plezier een paar keer per jaar terug naar Weert om mijn oude vrienden te ontmoeten. Die laatste drie jaren van de middelbare school waren enorm belangrijk voor mijn sociale ontwikkeling. En als het op het sociale vlak lekker loopt, gaat in feite alles beter en gemakkelijker, is mijn ervaring."

Wat betekende het voor jou dat het Bisschoppelijk College een scholengemeenschap was?    


"Ik heb vrij makkelijk kunnen overstappen. Aan het einde van het eerste jaar haalde ik het normgetal voor atheneum niet. Ik had niet zulke goede resultaten voor wiskunde. Ik ging toen naar 2-havo. Daar voelde ik mij trouwens prima thuis.

Maar, aan het einde van 2-havo had ik een veel beter rapport. Toen kon ik alsnog door naar  3-atheneum. Ik kan me zo voorstellen dat die switch niet zo gemakkelijk was geweest als ik niet op een scholengemeenschap had gezeten.

Trouwens, de leerlingen van de havo en het atheneum trokken veel met elkaar op. Met de gymnasiasten was dat in mijn herinnering wat minder, alhoewel we ze op de bovenbouw, als we dezelfde vakken hadden, wel meer tegenkwamen.

De mavo was het grootst. De contacten tussen de leerlingen van de verschillende schooltypen waren eigenlijk doorgaans prima, ik kan me in elk geval geen grote strubbelingen herinneren."


En de docenten?  

"Ik herinner me grofweg twee typen docenten. Zij die al op leeftijd en van de oude stempel waren en zij die tot de nieuwe generatie behoorden. Die verschilden uiterlijk vaak wezenlijk van elkaar, met name qua kleding. De jaren ’70 waren jaren waarin best veel kon en mocht. Dat zag je zeker ook in het modebeeld terug. In mijn beleving waren het in Nederland een beetje de uitgestelde hippiejaren. Stereotiep beeld: mannelijke docent van eind 20, begin 30, halflang haar, snor (al dan niet met baard), spijkerjasje, pakje shag in het linker borstzakje. Het ensemble werd in een enkel geval afgemaakt met de welbekende sandalen en geitenwollen sokken. 

Trouwens, iedereen rookte nog en overal.

Hoe dan ook, aan de meeste docenten, jong of oud, heb ik fijne herinneringen."


Een van de kritiekpunten op de inrichting van het middelbaar en hoger onderwijs voor de mammoetwet was dat het, zij het vooral van oudsher, een standenmaatschappij weerspiegelde. Hoe was dat in jouw schooltijd?      

"Ik heb geen standenmaatschappij ervaren in die zin waarin jij het bedoelt. Wel verschillen. Zeker afgezet tegen mijn eigen bescheiden afkomst. Ik kom van een kleine boerderij en, zoals ik al zei was ik in het begin van mijn tijd op het Bisschoppelijk College verlegen, dan maken klasgenoten uit het bungalowpark wel indruk. Dat lag dus niet aan de school.

Verder viel het allemaal wel mee, denk ik. Al kon ik wel met enige afgunst kijken naar al die mooie brommers waar leerlingen mee kwamen aanscheuren. Het was nog de tijd van de brommers. Ik had ook wel graag een brommer gehad. Maar ik woonde zo dichtbij, aan de Singelvenweg. Dat kreeg ik thuis niet verkocht.

Ik herinner me ook nog de examenfeestjes in 1982, dat was een mooie tijd. Iedereen nodigde iedereen uit op die feestjes. Soms had je er twee of drie op een avond. Daar zag je natuurlijk ook de nodige verschillen in materiële welvaart. Het ging van bescheiden garage-feestjes tot complete pool parties."

jaren-70.jpgFoto: jaren '70


Dat waren de feestjes op het einde. Waren er ook schoolfeesten?  

"Ja, in de kelder (onder gebouw 1). Die werden door de school georganiseerd. Dat was vroeg beginnen en ze waren ook weer vroeg afgelopen.

En dan natuurlijk de klassenfuiven bij leerlingen thuis. Vaak in de garage.

We kwamen sowieso vaker bij elkaar thuis. Ook tijdens de schooldag."


Vanwege de tussenuren? Immers, door de keuzepakketten op de bovenbouw ontstonden er, anders dan ervoor, nogal wat gaten in de roosters.   

"Ja, dat klopt. Alhoewel we ook wel eens gespijbeld hebben. Overigens zaten we dan niet alleen bij leerlingen thuis. We gingen ook wel eens een enkele keer naar – bijvoorbeeld - ’t Swaentje. Dat was toen heel gezellig. We zaten daar dan meestal te kaarten. We dronken daar ook wel eens biertje bij."


En andere activiteiten, zoals excursies en reizen?

"Niet zoveel. Of misschien moet ik zeggen: voor mij niet zoveel. We konden thuis niet zomaar aan alles meedoen. Maar volgens mij waren er in die tijd ook nog geen grote reizen naar Parijs of Londen.

Wel dagexcursies. Ik kan mij herinneren dat we naar Keulen zijn geweest. We zaten een groot deel van de tijd daar in Poppy Joe’s beer Café, vlakbij de Dom. Een paar jaar geleden waren we met wat vrienden van school een weekendje in Keulen. En wat denk je? Het was er nog, 40 jaar na dato, en precies zoals wij het ons herinnerden. Van de rest van die excursie is mij eigenlijk nog maar bitter weinig bijgebleven.

Wat ik mij ook nog herinner is dat de school in die jaren best wel wat deed aan culturele ontwikkeling. In de zin van musicals en andere voorstellingen op school, maar ook in de zin dat je in bepaalde periodes voor een heel gering bedrag naar de bioscoop en naar het theater kon.

Ik heb daar dankbaar gebruik van gemaakt. Zeker het theater was voor mij onbekend terrein.

Onlangs las ik dat de Amerikaanse entertainer/clown Jango Edwards is overleden. Ik heb hem indertijd gezien in het Munttheater. Wat heb ik gelachen. Het was een soort van culturele openbaring voor me. Met dank aan de mooie regeling van het Bisschoppelijk College."


Hoe was de begeleiding, naast de lessen? Ook dat was één van de onderdelen in de opzet van de mammoetwet.      

"Die was goed. De verhouding met de docenten was goed. Ik kijk terug op een hele fijne schooltijd."

Het College Weert

Een perfect leerklimaat in een groene omgeving!

Het College Weert

Samen leren met plezier!